Achtergrond;
Verfijnd, mild en met een stevige punch zodra de smaak zich goed gevormd heeft in je mond. Zoetig, licht bitter en met een peperige nasmaak. Dragon is een smaak die u bij zal blijven. Het is één van de favoriete Franse keukenkruiden, heerlijk in ovengerechten en onmisbaar als onderdeel van Franse fines herbes en onder andere bearnaisesaus.
Dragon bestaat uit de fijngevormde bladeren van een kleine plant die ongeveer een halve meter (Franse dragon) tot een meter (Russische dragon) hoog wordt. De bladeren hebben een sterke geur en kunnen het beste jong geoogst worden. Oorspronkelijk komt dragon uit West-Azië en het zuiden van Rusland. In tegenstelling tot veel andere kruiden bleef dragon lang onbekend. Voor het eerst werd het toegepast in Centraal en Oost Europa in de 13de eeuw. Vanaf de 16de eeuw vond dragon zijn weg in de andere keukens van Europa om pas in de 18de eeuw Frankrijk te veroveren.
De naam dragon komt uit de signatuurleer, de theorie dat het uiterlijk van een plant een indicatie is voor de werking of welk effect het heeft. Vanwege de slangachtige vorm van de wortel van dragon ontstond het geloof dat dragon zou helpen bij slangenbeten. De Griekse naam Drakon (Dragon) en het Latijnse Dracunculus (Little Dragon) zijn hiervan afgeleid.
Gebruikswijze
De smaak van dragon is anijsachtig, met een bitterzoete, peperige smaak. Dragon komt in tal van gerechten tot zijn recht. Het kruid is het meest bekend uit de klassieke Franse keuken. In de Nederlandse keuken wordt dragon het meest gebruikt in sauzen, zoals bearnaise, maar ook in kruidenazijn of mosterd. Het is ook erg lekker in gerechten met eieren, in een vinaigrette, bij visgerechten of bij vlees.
Dragon kan prima meegekookt worden, het geeft ook bij verhitten zijn smaak goed af. Het kruid kan ook in ovenschotels of salades worden gebruikt. Voeg vanwege de sterke smaak niet teveel toe.