Achtergrond

Kaneel is zeer bekend en geliefd om de scherpe, zoete geur en de pittige, aromatische smaak. Het is een echte allemansvriend, er zijn maar weinigen die kaneel geen prettige smaak vinden. Kaneel bestaat uit de binnenbast van de kaneelboom en wordt vooral gebruikt in zoete gerechten zoals appeltaart en toetjes.

Er zijn diverse soorten kaneel. De soort die wij in Europa kennen komt oorspronkelijk uit Sri Lanka. Naast de bij ons bekende kaneel is ook cassia veelgebruikt. Cassia is sterker, scherper en minder zoet van smaak dan kaneel. In Azië is cassia een geliefd ingrediënt in pittige gerechten.

De kaneelboom is een snel groeiende boom die tot 7 meter hoog groeit. Deze boom groeit in natte, warme klimaten en wordt in plantages meerdere keren per jaar gesnoeid. Van de gesnoeide scheuten wordt de binnenbast geoogst en gedroogd. Na het drogen rolt deze vanzelf op. Vandaar ook de naam, canelle, Latijns voor ‘rolletje’. De stokjes worden vervolgens op lengte gesneden of vermalen tot kaneelpoeder.

Kaneel wordt al sinds mensenheugenis gebruikt. Zo werd kaneel in 2.800 voor Christus al in Chinese kookboeken beschreven en werd het in het oude Egypte gebruikt in parfum of bij het balsemen. van lichamen. In Europa leerden we kaneel in de 16de eeuw kennen toen Portugal Ceylon (nu Sri Lanka) veroverde, Destijds was dit het enige gebied ter wereld waar kaneel verbouwd werd. De oprichting van de Vereenigde Oost-Indische Company (VOC) was in sterke mate gericht op de handel in vier fijne specerijen waar kaneel ook toe behoorde. Om een monopolie in deze handel te krijgen verdreef de VOC in de 17de eeuw de Portugezen uit Ceylon, om zich vervolgens in de kustgebieden te vestigen waar de kaneelbomen voornamelijk groeiden. Met het monopolie in kaneel in handen, kon de VOC hoge prijzen vragen. Waar zij de stokjes voor 50 cent per kilo inkocht, konden tegen het eind van de 18de eeuw in Europa prijzen van bijna 20 gulden per kilo gevraagd worden. Kaneel was destijds een zeer populaire specerij en werd veel algemener gebruikt dan nu het geval is. De handel in kaneel en de hoge winsten daarbij waren zeer lucratief. Toen de VOC Ceylon in 1796 verloor aan de Engelsen, wisten ze hun kaneel mee te nemen naar Batavia, de toenmalige hoofdstad van Nederlands Indië, nu bekend als Jakarta. Sindsdien wordt ook in Indonesië kaneel verbouwd

Gebruikswijze;

De overbekende zoete en warme geur van kaneel is bij bijna iedereen geliefd. De pittige, aromatisch smaak is zeer geschikt om gerechten, gebak, drank en toetjes meer diepgang te geven.

Kaneel wordt in Nederland vooral gebruik voor gebak (bijvoorbeeld appeltaart), voor toetjes (stoofpeertjes) en bij koekjes zoals speculaas. Kaneel kan echter voor veel meer gebruikt worden. Zo wordt kaneel in de Grieks-Cypriotische keuken gebruikt o.a. in de beroemde tomatensaus. De in Nederland gebruikte tomaten smaken bijna nergens naar maar met een theelepel kaneel erin explodeert de smaak.

Kaneelpoeder kan naar smaak toegevoegd worden, de zachte smaak overheerst de andere ingrediënten niet snel. Voeg het aan het einde van de bereiding toe, lang meekoken kan kaneel een bittere smaak geven. Kaneelpoeder kan ook prima als smaakmaker of ter garnering over bereide gerechten gestrooid worden. Probeer ook eens kaneelpoeder over warme chocolademelk of koffie met slagroom. De in Italië overbekende cappuccino word ook geserveerd met een beetje kaneel in plaats van cacao.

Kaneelstokjes kunnen aan het begin van een bereiding toegevoegd worden. Haal de stokjes er na afloop uit en droog ze voor eventueel hergebruik. De stokjes kunnen ook gebruikt worden om tot poeder te malen. Kaneelstokjes zijn ook een prachtige decoratie van gerechten.