• 2–3 klontjes boter, in kleine blokjes gesneden
• 1 bolletje knoflook, in tenen opgedeeld
• bosje salie, gescheurd
• 1 clementine

• 2 el ganzenvet
• 1 bolletje knoflook, in tenen opgedeeld
• de blaadjes van 1 bosje thym
• 2–3 laurierblaadjes

1 Verwarm de oven voor op 190 ºC. Snijd de aardappels in gelijke stukken van 7–8 cm lang. Was ze om overtollig zetmeel te verwijderen en doe ze in een pan met koud water en wat zout. Ze moeten onderstaan. Breng aan de kook en kook ze 6–7 minuten voor; laat ze dan 3 minuten in een vergiet uitlekken en droog stomen. Schud ermee om de stukken aardappel ruw te maken, dan worden ze super krokant.

2 Verdeel de aardappels in een enkele laag over een grote braadslee en voeg je vet naar keuze – olijfolie, boter of ganzenvet – toe. Bestrooi met wat zout en peper. Schep de aardappels door het vet. (Maak je ze voor de volgende dag, dan leg je er nu vershoud- of aluminiumfolie over en bewaar je ze in de koelkast of op een koude plek tot je ze nodig hebt.)

3 Bak de aardappels 30 minuten in de hete oven, tot ze goudgeel en voor driekwart gaar zijn.

4 En dan nu de grote truc. Neem een pureestamper en druk zachtjes op de stukken aardappel om het oppervlak te vergroten – hoe meer van de aardappel in contact komt met de pan, hoe krokanter het resultaat. Ga nu aan de slag met de rest van de smaakmakers. Doe een flinke scheut olijfolie in een kleine kom en voeg de kruiden, knoflook en een scheutje rodewijnazijn toe; roer ze door elkaar. Gebruik je de boter, voeg dan wat clementineraspsel toe – niet om op te eten maar wel om een heerlijke smaak toe te voegen. Voeg de kruidenmix toe aan je aardappels, schud even met de braadslee en zet die terug in de oven. Bak de aardappels nog 40–45 minuten tot ze perfect zijn: krokant, goudbruin en supersmakelijk.

5 Doe ze over op een bord met gekreukeld keukenpapier om overtollig vet te laten absorberen. Smullen maar! Elke smaakcombo is lekker. Dit jaar ga ik zelf voor de boter, maar misschien met de rozemarijn en knoflook. Ook jij kunt je eigen mix maken.